LANCEERLOCATIES

De V.1’s werden gelanceerd vanaf een soort katapult-installatie; de Abschussrampe. Met een generator werd druk opgebouwd en een bougie ontstak de straalmotor waarna een toestel door middel van perslucht over een 46 meter lange hellende rails onder een hoek van 6° de lucht in werd geschoten.

Het mobiele lanceerplatform; de Meillerwagen, zette de V.2 verticaal op de afvuurring; tests werden gehouden; de raket werd uitgelijnd en van brandstof voorzien; de gyroscopen werden afgesteld en alles werd op scherp gezet. Na het overeind zetten van de raket duurde het gereed maken nog een kleine 90 minuten.

De beste afvuurplekken waren locaties met veel camouflage en een stevige vlakke ondergrond voor de afvuurring. Vaak werden hiervoor gewone wegen gebruikt. Open plekken of pleinen in een park waren ideaal; ze boden niet alleen goede camouflage maar ook bescherming tegen plotselinge wind-vlagen waar de V.2 tijdens zijn langzame start zeer gevoelig voor was. De afvuureenheid werkte het liefst in de avondschemering en had de omgeving binnen 30 minuten na de lancering weer verlaten zodat ze niet of nauwelijks door vijandelijke jagers ondekt konden worden.

 

 

LANCEERLOCATIES IN NEDERLAND